FarmCity Heerlen zo heet het gedeelte van het oude CBS gebouw in Heerlen, dat vanaf medio 2013 moet gaan gonzen van de agrarische bedrijvigheid. Vooralsnog winnen de lege ruimtes het van welke vorm van bedrijvigheid dan ook, het kantoor van FarmCity directeur Henk van Latesteijn uitgezonderd.

Daar bestaat de belangrijkste activiteit uit het opzetten van een keten; van productie tot afzet. ,,Dan pas ben je interessant voor andere partijen, zoals akkerbouwers in de regio die met ons willen meeliften.”

Het voormalige bedrijfsrestaurant op de begane grond is nog compleet intact. En dat is koren op de molen van de FarmCity directeur. ,,We zijn in gesprek met mensen die het restaurant zouden willen exploiteren. Bovendien zou je op deze plek ook een aangepaste retail formule los kunnen laten."

Henk van Latesteijn is blij met het gebouw, dat drie jaar geleden werd verruild voor een glazen variant zo’n honderd meter verderop. ,,Neem bijvoorbeeld deze ruimte”, vertelt hij, terwijl hij een deur openduwt die naar een megagroot vertrek op de begane grond leidt. ,,Een ideale plek om als publieksruimte te gebruiken. Bovendien loop je van hieruit binnen twee minuten naar het station. Het is sowieso de bedoeling dat, wanneer alles draait, de hele begane grond als ruimte voor het publiek in te richten.”

De haalbaarheid van FarmCity in het oude CBS gebouw, dat nu de naam Carbon6 draagt, is gestaafd door verschillende marktonderzoeken naast elkaar te leggen. ,,Het gaat vooral om het verzorgingsgebied dat je voor ogen hebt. In eerste instantie Heerlen en omgeving, maar daarmee beperk je jezelf. Je hoeft echter maar één slag te maken. Pak een straal van tien tot vijftien kilometer rond dit complex en je bestrijkt een heel groot stedelijk gebied, zowel in Nederland als in Duitsland. Dat betekent heel simpel gezegd, dat je in de tweede grote bevolkingsconcentratie van Nederland zit, waar mensen net als in de Randstad, behoefte hebben aan gevarieerd voedsel.”

Een ander bijkomend voordeel van het enorme gebouw is volgens de FarmCity directeur het feit dat alle verdiepingen er vrijwel hetzelfde uitzien. ,,De wanden kunnen er allemaal uit, waardoor je telkens ruimten overhoudt die allemaal even groot zijn, zo’n 230 vierkante meter en dat is vanuit productieperspectief reuze interessant.”

Het is de bedoeling dat bezoekers ook zelf een kijkje mogen komen nemen in het agro productiegedeelte, dat zo’n 15.000 vierkante meter gaat beslaan. ,,Bezoekers kunnen een deel van het productieproces met eigen ogen aanschouwen. Wil je mensen duidelijk maken dat je iets anders doet, dat bovendien authentiek is, dan moet je dat kunnen laten zien.”

FarmCity wil beginnen met de teelt van superieure producten, die een toegevoegde waarde hebben. ,,Geen standaardtrostomaat dus, maar speciale tomaten, zoals bijvoorbeeld de honingtomaat. Maar eerder nog keukenkruiden en bessen. Je moet niet verwachten dat je hier kunt concurreren met volume en productie van bijvoorbeeld tomaten uit Venlo.

Volgens Henk van Latesteijn is een veel gemaakte vergissing bij soortgelijke projecten, dat met de productie wordt begonnen, terwijl er nog geen afzet is geregeld. ,,Aan mij de taak om beide partijen bij elkaar te brengen, om ze te laten zien dat ze met elkaar één en één is drie kunnen organiseren, maar dan moeten ze dat uiteraard ook zelf willen.”

Een andere voorsprong die FarmCity Heerlen heeft op andere soortgelijke projecten in den lande, zit hem in het feit dat de partij waarmee FarmCity samenwerkt, Walas Concepts uit Rotterdam, het gebouw in eigendom heeft en daarnaast kan rekenen op de volledige medewerking van gemeente en provincie. ,,Dit betekent, dat waar andere initiatieven drie jaar bezig zijn om een geschikte locatie te vinden en een vergunningenprocedure moeten doorlopen, dat hier niet meer nodig is.”

Op de bovenste verdieping van FarmCity wordt een serverpark gevestigd, zeg maar het kloppend hart van de automatisering en ook daar snijdt het mes aan twee kanten. ,,Zo’n serverpark heeft warmte als afvalproduct. Zet je daar bij wijze van spreken een ventilator neer en een dikke pijp, dan blaas je de warmte zo naar beneden de kelder in, waar je dan eventueel een viskwekerij zou kunnen beginnen. En ook dat is een belangrijk gegeven binnen het hele concept, bedrijven die dingen van elkaar gaan gebruiken, zoals is in dit geval restwarmte.”

Van Latesteijn vertelt dat hij die middag bezoek krijgt van een club ondernemers die grote interesse hebben in FarmCity Heerlen. “Het gaat om bedrijven betrokken bij de glastuinbouw uit heel Nederland, die zelf naar dit soort concepten hebben gekeken. Ze zijn vooral geïnteresseerd in de locatie en de mogelijke afzetkanalen. Door de interesse van dit soort partijen begint de ontwikkeling nu op gang te komen.”

Het is de bedoeling het project aan opleidingen te koppelen, zoals de HAS en Citaverde. ,,Op die manier worden hier kennis en ervaring opgedaan, die vervolgens op andere locaties kunnen worden ingezet.”