field-1246620_1920

Achtergronden Aujeszky procedure SER /NVV

10-01-2013
Rond 1990 heeft de varkenshouderijsector besloten om de Ziekte van Aujeszky te gaan bestrijden. Er is toen een route afgesproken waar de gehele sector achter stond. In 1993 is de varkenssector, na ruime ervaring vanuit de zogenoemde ‘Proef Diessen’, begonnen met het Nationale bestrijdingsplan ‘Uitroeiing Ziekte van Aujeszky’ (ZvA).

Dit plan is door de EU goedgekeurd. Doel van de bestrijding was het uitroeien van ZvA en daarmee het terugdringen van de enorme bedrijfsschade als gevolg van ZvA en het zeker stellen van onze exportpositie. Om dit doel te bereiken was een georganiseerd bestrijdingsplan nodig.

Dit plan is binnen de bestaande structuren van toen (Afdeling Varkenshouderij Landbouwschap en Gezondheidsdienst voor Dieren) zorgvuldig voorbereid en steeds getoetst op draagvlak in de varkenshouderij. Er is gekozen voor een centraal georganiseerde entcampagne met een systeem van centrale afrekening, centrale inkoop van goedgekeurde vaccins en centraal vastgestelde tarieven voor de handelingen van de dierenarts en de GD. Dit laatste gebeurde via zogenaamd paritair overleg tussen Landbouwschap en KNMVD (dierenartsen).
De NVV is op 21 april 1994 opgericht en heeft het centrale systeem in het begin niet ter discussie gesteld. Het toepassen van een centrale systematiek met paritaire tariefafspraken was in deze periode gangbaar en werd ook voor de bestrijding van andere ziekten in de veehouderij toegepast.

Proces NVV
In de periode 1993-1998 is een verordening van het Landbouwschap van kracht geweest op basis waarvan varkenshouders werden verplicht volgens een vastgesteld entschema en vastgestelde tarieven hun varkens te enten.
In oktober 1998 is de verordening van het Landbouwschap onverbindend verklaard. Vervolgens is de NVV een proces begonnen tegen de Sociaal Economische Raad(SER) om de betaalde heffingen (geïnd door het Landbouwschap ter dekking van controle- en administratiekosten) en de in hun ogen te veel betaalde dierenartskosten terug te krijgen. Het proces leidde aanvankelijk tot een voor de SER gunstige uitspraak maar vervolgens kreeg de NVV tot in hoogste instantie (cassatie procedure SER) gelijk. De SER is de rechtsopvolger van het Landbouwschap dat in 1996 werd opgeheven.

Positie LTO
LTO is achter de gekozen beleidsaanpak ter bestrijding van de ZvA blijven staan. Hierbij speelde ook de overweging mee dat LTO een eventueel gelijk van de NVV ten opzichte van SER/ Landbouwschap zag uitmonden in het rondpompen van heffingsgelden. Immers werd er toen, ook door de SER, van uitgegaan dat het terugbetalen van administratiekosten en mogelijk te veel betaalde dierenartskosten zou leiden tot PVV-heffingen per varken bij de nog actieve varkenshouders. LTO betreurde de aanpak van de NVV, omdat die geen recht deed aan de grote financiële voordelen die uiteindelijk voor alle varkenshouders zijn behaald op basis van de resultaten van het Nationale bestrijdingsplan. Dankzij deze aanpak hebben we in Nederland op 1 januari 2009 de artikel 10 status verkregen.

Gelijkheidsprincipe
In 2002 heeft het Gerechtshof in Den Haag toch bepaald dat varkenshouders ten onrechte administratiekosten hebben betaald en mogelijk ook teveel betaalde dierenartskosten. Na de uitspraak van het Gerechtshof is door LTO direct bij de SER geëist dat, als er schade vergoed zou worden, het gelijkheidsprincipe van toepassing zou moeten zijn en alle varkenshouders in aanmerking moeten komen voor een schadevergoeding. Naar de mening van LTO heeft de SER in 2002 toegezegd het gelijkheidsprincipe te zullen hanteren. In aansluiting op van deze toezegging is er toen niet overgegaan tot het stuiten van de verjaring.

Hoogte van de schade
De Hoge Raad heeft in 2005 een uitspraak gedaan in de Aujeszky zaak. Op basis daarvan is een traject ingezet om de hoogte van de schade (te veel betaalde administratiekosten en dierenartskosten) vast te stellen. Dit is in 2009 tot een (voorlopige) afronding gekomen. Vervolgens is er een discussie geweest tussen de SER en de NVV over de manier van uitbetalen van de schade. Op basis van een steekproef heeft het onderzoeksbureau RBB Economics in december 2012 een het rapport opgeleverd ter vaststelling van de omvang van het nadeel van de NVV-leden. Het rapport is bindend en vormt de basis voor een collectieve afhandeling met NVV. Het gezamenlijk geleden nadeel van NVV-leden is door het onderzoeksbureau vastgesteld op 16,1 miljoen euro. Het rapport is bindend en vormt de basis voor een collectieve afhandeling met NVV. De SER zal met de NVV afspraken maken over de systematiek voor het toekennen van vergoedingen aan de (voormalige) NVV leden.

Arbitrage LTO /SER
LTO heeft al in 2002 aangedrongen op het toepassen van het gelijkheidsprincipe. Terugbetaling zou voor alle varkenshouders moeten gelden. De voorzitter van de SER heeft in 2002 de toezegging gedaan dat de SER het gelijkheidsprincipe zou toepassen. Echter hierover is in 2009 onenigheid met de SER ontstaan. LTO is toen met de SER overeengekomen via arbitrage een uitspraak te krijgen over gelijke behandeling van LTO-leden. Dat traject is op 7 januari 2013 afgerond met een arbitraal vonnis. Het resultaat van de arbitrage zaak is dat de eis van LTO, om het gelijkheidsprincipe toe te passen, uiteindelijk is afgewezen.

LTO is zeer teleurgesteld over deze uitspraak. LTO blijft het uit bestuurlijk oogpunt onterecht vinden dat alleen (voormalige) NVV leden in aanmerking komen voor terugbetaling. De arbitragecommissie heeft hierover een andere opvatting vastgesteld. Zij vinden de toezeggingen van de toenmalige SER voorzitter Herman Wijffels juridisch niet hard genoeg om de SER nu het toepassen van het gelijkheidsprincipe op te leggen. De commissie vindt ook dat LTO verjaring van de claim voor haar leden had kunnen voorkomen. LTO heeft er destijds voor gekozen om niet te gaan procederen tegen een beleidsaanpak waar de organisatie volledig achter stond. Naar nu blijkt is ten onrechte vertrouwd op de toezegging van de SER voorzitter. Het is nu aan de SER om samen met de NVV de zaak verder af te handelen.

Nadere informatie hierover bij de SER.
Varkenshouderij

Pagina delen

Sectorgroepen

Dit artikel staat onder de volgende sectorgroep
Varkenshouderij