LLTB zoekt ruimte in POVI
9 sep 2025
Tijdens een drukbezochte ledenbijeenkomst van de LLTB in Baexem op 2 september over de Provinciale Omgevingsvisie (POVI) spraken LLTB-leden en -bestuurders met gedeputeerde Michael Theuns over de gevolgen van de plannen. Van de 1250 ingediende zienswijzen waren er zo’n 400 afkomstig uit de agrarische sector.
Volgens LLTB-portefeuillehouder Fons Kersten is er in de POVI te weinig oog voor de noodzaak dat bedrijven zich kunnen ontwikkelen. ‘Het is een misvatting dat de toekomst van bedrijven verzekerd is als de bestaande rechten niet worden aangetast.’ Een status quo is volgens hem niet voldoende, laat staan beperkingen. ‘Zonder ontwikkelingsruimte zijn bedrijven uiteindelijk gedoemd om te stoppen’, waarschuwt Kersten. Volgens hem moet de provincie erkennen dat innovatie en schaalbare landbouwproductie randvoorwaarden zijn om de Limburgse voedselvoorziening veilig te stellen. ‘De provincie onderschrijft net als wij dat regionale voedselproductie van strategisch belang is. Dan mag er niet beknibbeld worden op primaire landbouwgrond.’
Kersten wees erop dat in de POVI het aandeel landbouwgrond met claims vanuit groenblauwe opgaven en kernranden alleen maar toeneemt. ‘Juist in het primaire landbouwgebied moet extra ruimte komen voor innovatie en hoogproductieve landbouw. Denk aan de teelt van sla op water als alternatief voor slateelt in de vollegrond. Ik noem dat intensiveren om elders te kunnen extensiveren.’
Gedeputeerde Theuns benadrukte dat het niet de bedoeling is agrariërs onnodig te beperken. ‘Het is onvermijdelijk dat ondernemers bij natuurgebieden, beken, in het Heuvelland, in ecologische verbindingszones of aan dorpsranden rekening houden met de belangen die daar spelen. De recente rechterlijke uitspraken benadrukken dat we als provincie keuzes moeten maken; anders worden ze voor ons gemaakt. Dit betekent niet dat bedrijven zich niet meer kunnen ontwikkelen of moeten stoppen.’
Vanuit de zaal werd ingebracht dat sommige gemeenten strenger zijn dan de provincie en ontwikkeling wel degelijk blokkeren. ‘Sommige gemeenten zien agrarische bedrijven het liefst verdwijnen’, stelde een van de aanwezigen. Theuns erkende dat spanningsveld, maar onderstreepte dat de provinciale verordening geen harde beperkingen vanuit zal opleggen zonder gebiedsproces. ‘Als we maatregelen niet kunnen onderbouwen, dan doen we het niet’, zei hij.
Op vragen over zoneringen gaf Theuns toe dat agrarische bouwvlakken soms in meerdere zones vallen. Hij zegde toe met de LLTB in overleg te treden om hiervoor oplossingen te vinden of tot een betere onderbouwing te komen. ‘De zones en de daarbij behorende begrenzingen moeten we goed kunnen uitleggen.’
De gedeputeerde maakte ook bekend dat de provincie de vaststelling van de POVI met vijf maanden heeft uitgesteld om alle zienswijzen zorgvuldig te kunnen beoordelen. ‘We willen recht doen aan de betrokkenheid van alle indieners.’
‘Als de provincie daadwerkelijk vindt dat de regionale voedselproductie van strategische belang is, moet dat blijken uit de POVI’, vindt Kersten. ‘Uiteraard moeten we oog hebben voor natuur en leefomgeving, maar alleen met ontwikkelruimte kan de landbouw in Limburg toekomst houden.’