Tweede veldbijeenkomst Aardappelpilot LLTB trekt volle belangstelling
18 aug 2025
De Aardappelpilot van de LLTB begint steeds meer te leven onder telers en ketenpartners. Woensdagavond 13 augustus vond op Proefboerderij Wijnandsrade de tweede veldbijeenkomst plaats. Zo’n 35 belangstellenden hadden gehoor gegeven aan de uitnodiging, onder wie ook nieuwe telers ten opzichte van de eerste bijeenkomst.
LLTB-projectleider Raymond Notermans lichtte tijdens de inleiding toe wat het doel is van de pilot: ‘Dit is een voortzetting van de landelijke aardappelpilot die door LLTB-projectleider Guido Schriever wordt gedraaid. Samen met ketenpartners, toeleveranciers, verwerkers, leveranciers van biostimulanten en onderzoekers hebben we een proef opgezet om op lössgrond nieuwe, robuuste rassen te testen bij verschillende stikstofniveaus. Daarnaast wordt er in het ras Fontane verkend wat de meerwaarde is van biostimulanten om te komen tot een efficiëntere mineralenbenutting.’
Vijf nieuwe rassen en drie stikstoftrappen
Op het demoveld worden vier nieuwe aardappelrassen vergeleken met referentieras Fontane. Er zijn drie stikstoftrappen aangelegd: 130, 150 en 170 kg N/ha. De huidige gebruiksnorm voor aardappel op löss met hoogste norm is163 kg N. Notermans: ‘We kijken of we bij een lager niveau de productie en kwaliteit kunnen behouden. Dit seizoen zagen we een sterke mineralisatie uit de grond zelf, waardoor we een hoge stikstofbeschikbaarheid zagen. De vraag is wat het gewas hiermee heeft gedaan en wat dat betekent voor de kwaliteit.’
Tijdens de veldrondgang werd op basis van een tussenoogst veel gediscussieerd over de verschillen in opbrengst, sortering, onder watergewicht maar zeker ook over de vitaliteit van het loof in het veld. Twee rassen waren al veel verder afgestorven dan de drie andere. Dat leverde veel gespreksstof op’, vertelt Brigitte Kroonen, onderzoeker bij Proefboerderij Wijnandsrade van de WUR.
Droogte en biostimulanten
Het demoveld is bewust níet beregend omdat dat beter aansluit bij wat de gemiddelde aardappelteler op de löss doet, in tegenstelling tot de omliggende percelen op de Proefboerderij. ‘We hebben de meest extreme omstandigheden gekozen om het effect van de robuuste rassen en biostimulanten zichtbaar te maken’, zegt Kroonen. Een deel van de gekozen biostimulanten in de demo hebben mogelijk invloed op wortelontwikkeling. De aanwezige toeleveranciers van deze producten benadrukten dat bij de toelichting in het veld.
Het meten van de wortelontwikkeling wordt in deze demo-opzet niet uitgevoerd. De meerwaarde moet in eerste instantie blijken uit de opbrengst en kwaliteit van de geoogste aardappel per object. ‘Indien hier trends uitkomen kan er in een vervolgonderzoek mogelijk dieper ingegaan worden op de wortelontwikkeling en andere positieve eigenschappen zoals bijvoorbeeld bewaarbaarheid van de aardappel.’
Data-analyse volgt
Gedurende het seizoen zijn plantsapanalyses en N-min-monsters genomen. Deze data worden nu verzameld en geanalyseerd. ‘We willen leren hoe de gegevens zich verhouden tot de opbrengstcijfers. In juli zagen we al dat sommige rassen anders met de beschikbare stikstof omgaan. Dat biedt kansen voor optimalisatie van bemestingsstrategieën’, legt Notermans uit.
In de winter volgt een derde bijeenkomst, waar de resultaten gedeeld worden.
Toekomstperspectief
Volgens Notermans toont de pilot aan dat de LLTB vooroploopt in kennisontwikkeling. ‘Dit is toekomstperspectief voor de akkerbouw. We moeten blijven werken aan nieuwe rassen in relatie tot stikstofnormen, om zo de stikstof plaatsingsruimte zo efficiënt mogelijk te benutten en te behouden. De mogelijke meerwaarde van biostimulanten hoort daar ook bij. Deze demo is een magneet voor de sector. Dat is precies wat we beoogden.’
De Aardappelpilot is een initiatief van Stichting Proefboerderij Wijnandsrade en ketenpartijen, mede mogelijk gemaakt met DAW-gelden. WUR Open teelten voert de demo uit, analyseert en zorgt mede voor de kennisdeling.