Glastuinbouw

Jean Aerts: ‘Mijn hart ligt nog steeds in de kas’

16 apr 2025

Jean Aerts nam onlangs afscheid als bestuurder van Glastuinbouw Nederland en als regiovoorzitter Limburg van deze brancheorganisatie. De 65-jarige Venlonaar blikt met een goed gevoel terug op zijn twaalfjarige bestuursperiode. ‘Het mooiste vind ik dat het Glastuinbouw Nederland is gelukt om echt dicht bij de ondernemer te staan.’

Jean Aerts

Wanneer we Jean Aerts spreken, blijkt dat zijn agenda langzaamaan steeds leger wordt. ‘Jarenlang had ik een enorm drukke agenda’, zegt de Venlonaar. ‘Sinds Peter van Bree in februari is benoemd als mijn opvolger binnen Glastuinbouw Nederland heb ik vooral gewerkt aan de overdracht van dossiers. Dat is nu grotendeels afgerond. Het evenement Kom in de Kas dat in het eerste weekend van april werd gehouden, was mijn laatste klus. Nu ga ik mijn dagen anders vullen. Dat zal wel even wennen zijn.’

De glastuinbouwsector vormt de rode draad in het leven van Aerts. Zijn wieg stond op een chrysantenbedrijf in Venlo. In 1983 stapte hij in het familiebedrijf, dat hij vervolgens bijna dertig jaar runde. In 2012 kwam er een einde aan dit tijdperk. ‘We hadden geen ontwikkelmogelijkheden meer op de locatie waar we zaten. Dit in combinatie met het feit dat er geen opvolgers waren, heeft mij doen besluiten om te stoppen. Ik heb, samen met collega’s en een boomkweker, nog wel geprobeerd om een ander bedrijf op te zetten, maar dat lukte niet’, blikt hij terug.

Desondanks is de passie voor het telen er nog steeds, benadrukt Aerts. ‘In de afgelopen jaren heb ik regelmatig bijgesprongen in de kassen van collega’s. Op die manier bleef ik ook gevoel houden met de praktijk.’

Bestuurlijk aan de slag
Na het beëindigen van zijn teeltbedrijf ging Aerts bestuurlijk aan de slag. Voor hem een logische stap. De Limburger was immers altijd al actief binnen studieclubs en betrokken bij onderzoeksprojecten. ‘In 2012 kon ik vanuit de LLTB-vakgroep Bedekte Teelten meewerken aan de opzet van een landelijke sectorvereniging voor de glastuinbouw. Het doel was om de sectoren meer ‘in the lead’ te zetten. Dit leidde uiteindelijk tot LTO Glaskracht, wat later Glastuinbouw Nederland is geworden. Ik werd er bestuurslid en kreeg landelijk de portefeuilles Water en Plantgezondheid toebedeeld. Daarnaast werd ik voorzitter van de regio Limburg.’

Met name het feit dat landelijke ondernemersgroepen een belangrijke rol kregen binnen de organisatiestructuur sprak Aerts sterk aan. ‘In mijn tijd binnen de studieclubs had ik al ervaren dat het goed werkt om ondernemers te laten brainstormen over thema’s als plantgezondheid, energie en water. Ook binnen Glastuinbouw Nederland pakte dit goed uit: de ondernemersgroepen zorgden voor een sterke focus op onderwerpen.’

Dankzij de kennis en passie van ondernemers konden thema’s met ondersteuning van medewerkers en specialisten heel scherp neergezet worden. Aerts: ‘En dat zorgde ervoor dat we als belangenorganisatie de juiste keuzes konden maken en ook een goed verhaal hadden richting de overheden. En dat is nog steeds het geval.’

Terugkijkend op twaalf jaar bestuurswerk is de Venlonaar onder meer trots op het feit dat hij een bijdrage heeft kunnen leveren aan het beheersbaar maken van de administratieve lasten voor telers op het gebied van duurzaamheid. ‘Wat dat betreft is er in de afgelopen jaren veel op ondernemers afgekomen. Dit heeft onder meer te maken met de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Deze richtlijn vraagt bedrijven om meer informatie te delen over hun prestaties op het gebied van duurzaamheid en sociaal beleid. Maar ook andere partijen, zoals GlobalGAP en MPS, vroegen en vragen om data op dit vlak.’

Aerts’ inzet was gericht op het beter stroomlijnen van de gevraagde data, dit praktischer te maken en eisen vanuit de wetgever en de markt op elkaar af te stemmen. ‘Op dat vlak hebben we als organisatie echt stappen voorwaarts kunnen zetten. Dat is trouwens niet alleen mijn verdienste, maar dat van een heel team van specialisten.’

Trots is Aerts ook op het feit dat het Glastuinbouw Nederland is gelukt echt dicht bij de ondernemers te staan. Dat is volgens hem mede te danken aan de structuur van de ondernemersgroepen en de studieclubs. ‘Hierdoor krijg je meer aansluiting en draagvlak bij zowel telers als ketenpartijen. Met een sectorgerichte organisatie kun je vakspecifieke uitdagingen gerichter het hoofd bieden, in vergelijking tot een regionale benadering. Doelbeleid vraagt om onderbouwing met data, daar moeten we zo praktisch mogelijk mee omgaan.’

Kortere keten
De Venlonaar heeft de glastuinbouw in de afgelopen jaren steeds verder zien professionaliseren. De gemiddelde bedrijfsomvang is sterk toegenomen. Logisch, geeft hij aan. ‘De keten wordt korter, bedrijven leveren meer en meer rechtstreeks aan de retail. Dat vraagt om een bepaalde schaal. En de eisen op het vlak van duurzaamheid vereisen investeringen die een klein bedrijf niet kan dragen.’

Aerts ziet ook nog flinke uitdagingen voor de sector, vooral in Zuidoost-Nederland. De energietransitie staat hierbij met stip op één. ‘Deze transitie vormt voor het zuidoosten van Nederland een extra grote uitdaging, gezien hier geen restwarmte beschikbaar is en de winning van geothermie stilligt. Mijns inziens ten onrechte; aardwarmte kan veilig worden gewonnen in deze regio en is ook kansrijk. En om overheden, bedrijfsleven en onderwijs goed te laten samenwerken, is het daarnaast belangrijk dat de Greenport Zuidoost-Nederland van de grond komt.’

De afzwaaiend bestuurder benadrukt ook dat gemeenten in Noord-Limburg in hun bestemmingsplan ruimte moeten blijven creëren voor ontwikkeling van de glastuinbouw. ‘Dan kunnen bedrijven ook verdere stappen zetten op het gebied van automatisering en robotisering. Dat beseffen gemeenten vaak niet, zij zien dikwijls niet wat er in de kas gebeurt. Daarom is een evenement als Kom in de Kas ook zo belangrijk; dan laten we als glastuinbouw zien wat we doen.’

Aerts blijft in de toekomst betrokken bij ‘zijn’ sector. Onder andere als lid van het College van Deskundigen Plantaardig van Stichting Milieukeur. ‘Ik blijf actief in de glastuinbouw; mijn hart ligt nog steeds in de kas.’

Jean Aerts krijgt gouden draagspeld voor inzet in glastuinbouwsector

De 47ste editie van Kom in de Kas vond zondag plaats. In de ochtend kwamen circa 160 mensen samen voor de aftrap. Daar werd ook op bijzondere wijze afscheid genomen van Jean Aerts. ‘Een boegbeeld, een man met een groot hart voor de glastuinbouwsector. Zo iemand verdient een gouden draagspeld’, aldus LLTB-voorzitter Thijs Rompelberg.

Aerts was sinds 2013 bestuurlijk actief in de Limburgse glastuinbouw. Hij begon als bestuurslid bij de LLTB-vakgroep Bedekte Teelten en groeide uit tot voorzitter van Glastuinbouw Nederland in regio Limburg. Ook had hij een stevige rol in het landelijk bestuur. Sinds 2017 was Aerts een van de drijvende krachten achter Kom in de Kas.

De gouden draagspeld is de hoogste onderscheiding die LLTB kan geven aan mensen die zich op buitengewone wijze hebben ingezet. Rompelberg: ‘Met deze speld spreken we onze diepe dankbaarheid en waardering uit voor alles wat hij voor de glastuinbouw en voor LLTB heeft betekend.’

Dit artikel verscheen in Nieuwe Oogst van 11 april

Pagina delen