Limburgse fruittelers hebben zorgen over 'laatste redmiddel'
9 okt 2023
Fruittelers doen hun uiterste best hun fruit te beschermen tegen ziektes en plagen, zodat ze een smaakvol en kwalitatief product kunnen blijven afleveren. Dat wordt steeds lastiger als de overheid besluit dat ze minder beschermingsmiddelen mogen inzetten.
Het wegvallen van het ‘laatste redmiddel’ zou weleens de doodsteek kunnen worden voor de fruitsector. ‘Het middelenpakket dat van toepassing is in de toekomst is mijn grootste zorg’, zegt Peter Houtvast van Cultura Fruit in Puth.
Middelenkeuze
Houtvast teelt appels, peren en pruimen. ‘We hebben een kleine 9 hectare fruit. We telen ook wat bessen en kersen voor de huisverkoop. Maar we focussen ons hoofdzakelijk op appels.’ Het telen van dat fruit wordt de Limburgse ondernemer steeds lastiger gemaakt. ‘Vooral door de middelenkeuze. Die wordt steeds minder’, geeft Houtvast aan. ‘We mogen bijna niets meer gebruiken om bijvoorbeeld het fruit te beschermen tegen de appelbloesemkever. Dat is dit jaar een heel groot probleem.’ Dat ondervond hij zelf ook met zijn teelt. ‘Ik heb 30 procent minder oogst.’
De fruitteler in Puth probeert zijn situatie onder meer hanteerbaar te houden door sterke rassen te planten die niet gevoelig zijn voor bepaalde insecten en schurft. ‘Schurftresistente rassen wil ik in de toekomst gaan aanplanten.’
Ook andere natuurlijke manieren moeten eraan bijdragen dat het fruit behouden blijft. ‘We hebben zo’n vijftig wilde bijenkasten opgehangen. Dat is voor de bestuiving, zodat je altijd zeker bent van fruit. Mits je geen vorst hebt. Maar daar hebben we hier in Puth meestal weinig last van, gelukkig.’
Natuurlijke bescherming
Houtvast heeft ook een val voor de fruitmot. ‘Daar komt een lijmbodem in met een feromoon. Afhankelijk van het aantal motjes dat ik vang, bepaal ik of ik beschermingsmiddelen moet gebruiken. Als ik er heel weinig vang, hoef ik geen middel in te zetten. Dat is een mooi voordeel.’
Verder heeft de teler een potje voor de oorworm. Daar zit hooi in. ‘Die oorwormen poepen vaak op fruit. Dan heb je van die zwarte puntjes op bijvoorbeeld appels zitten. Nu poepen ze in die potjes. Dat voorkomt het gebruik van middelen en ook zo proberen we een beetje aan het milieu te denken.’
Waar de Nederlandse fruittelers volgens Houtvast vooral moeite mee hebben, is dat het er in sommige gevallen nog geen 10 kilometer verderop anders uitziet. ‘In België en Duitsland mogen ze de middelen wel gebruiken. En wij mogen vrijwel niks’, zegt hij daarover.
Manifest van NFO
Deze situatie heeft de Nederlandse Fruittelers Organisatie (NFO) met een manifest onder de aandacht gebracht bij het grote publiek en de overheid. Dit is gebaseerd op het motto ‘zonder appels geen taart’.
LLTB-projectleider fruitteelt Sanne de Heij geeft aan dat de consument ook een bijdrage kan leveren aan een gezonde toekomst voor de sector. ‘Koop lokaal: bij de boer of boerderijwinkel. Als je in de supermarkt koopt, kijk dan naar het etiket om te zien of het fruit van Nederlandse afkomst is. Teken de petitie ‘Red de Nederlandse appel’ van de NFO en help daarmee de fruitteler.’