Retentiegebied Maas tussen Roermond en Haelen wordt leeggepompt
21 jul 2021
Na een nadrukkelijk verzoek van de LLTB heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat gisteravond groen licht gegeven om het retentiebekken langs de Maas ter hoogte van Horn/Buggenum leeg te pompen. Naar verwachting wordt de eerste pomp vanavond in werking gesteld.
Het retentiebekken staat sinds eind vorige week onder water. Rijkswaterstaat heeft maandag besloten om het bekken weer leeg te laten lopen. Hier zat echter geen schot in. De LLTB is toen in overleg getreden met Rijkswaterstaat en Waterschap Limburg over het plaatsen van pompen in dit gebied.
Hoewel beide partijen de noodzaak van het leegpompen van het retentiebekken inzagen, kwam er maar geen schot in de zaak. Daarom heeft LLTB-voorzitter Léon Faassen gisteren gebeld met demissionair minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat. Met als resultaat groen licht voor het plaatsen van pompen in het betreffende gebied.
De eerste pomp is vandaag geplaatst op de dijk van het retentiebekken in de nabijheid van het terrein van Zevenellen in Haelen. Naar verwachting wordt deze vanavond in werking gesteld, waarna de pomp 5.000 kuub water per uur wegpompt naar het lateraal kanaal. De komende dagen worden hier nog meer pompen bijgeplaatst.
Waterschade
Pas wanneer het water in het retentiebekken is gezakt, wordt de geleden schade aan gewassen en percelen duidelijk. De LLTB inventariseert de waterschade bij zowel LLTB-leden als niet-leden, om een zo goed mogelijk beeld te kunnen schetsen in de lobby richting de betrokken ministeries. Dit beeld bepaalt immers mede de financiële steun die we kunnen verwachten van de overheid. Verder is het belangrijk dat niet alleen Zuid-Limburg wordt uitgeroepen tot rampgebied, maar dat dit ook geldt voor Midden- en Noord-Limburg. De LLTB pleit herhaaldelijk voor een Limburg-brede implementatie, wat ook betekent dat deze voor zowel binnen- als buitendijkse percelen moet gelden.
U kunt uw schade aan ons doorgeven via dit beknopte formulier.