Zuid

Vruchtbare excursie naar voedselbos Ketelbroek

6 okt 2020

Op uitnodiging van de klimaatwerkgroep Vaals konden geïnteresseerden op woensdag 23 september een bezoek brengen aan voedselbos Ketelbroek in Groesbeek. Voorzitter Jos Brands van LLTB-regio Zuid-Limburg was namens de LLTB bij het bezoek aanwezig.

Voedselbos Ketelbroek excursie

Eigenaar Wouter van Eck vertelde de aanwezigen tijdens de bijeenkomst over de ontwikkeling van zijn voedselbos. In 2009 kocht de ondernemer 2,5 hectare maisland. In 2012 werd het perceel volledig op de kop gezet, met een hoger (droog) en een lager (nat) gedeelte en een klein beekje slingerend door het perceel.

Met een weldoordacht plan werden in enkele jaren 350 verschillende soorten bomen en struiken geplant. ‘Opvallend was dat er niet alleen vruchtbomen werden aangeplant, maar ook bijvoorbeeld wilgen en elzen. Deze bomen hadden de functie om andere soorten uit de wind of uit de zon te houden’, legt Brands uit. ‘Ook stonden er maar twee inheemse plantensoorten: de brandnetel en de hazelnoot.’

Nauwelijks onderhoud

‘Een voedselbos is geen natuur, maar ook geen traditionele landbouw. Al bestaat er sinds kort wel een code voor bij de GLB-aangifte’, vervolgt de regiovoorzitter. ‘Van Eck gaf aan dat de aanleg van het voedselbos een forse investering vergde en dat het zeker zes jaar duurt voordat je de eerste opbrengst hebt. Maar na de aanplant van het bos heb je geen investeringen meer nodig.’ Een ander groot verschil met de gangbare landbouw is dat geen mest en gewasbeschermingsmiddelen worden aangewend en er niet beregend wordt. Na de aanplant wordt nauwelijks nog onderhoud gepleegd.

Door de grote variatie aan soorten kan bijna het hele jaar door geoogst worden: bessen, noten, pruimen, appels enzovoort. ‘Het oogsten van de producten vormt eigenlijk de enige vorm van arbeidsinzet’, zegt Brands. ‘Met een degelijke, lange broek aan en een kistje in de hand tussen de brandnetels door producten oogsten. Dat is even wat anders dan met een smalspoortrekker met kuubskisten tussen de fruitbomen door rijden.’

Alternatief?

Brands stelt dat voedselbossen door de buitenwereld nogal eens gezien worden als alternatief voor de huidige vorm van landbouw. Voedselbossen zorgen voor veel vastlegging van organische stof en CO2 in de bodem, er zijn (vrijwel) geen meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen of beregening nodig en het stimuleert de biodiversiteit. De regiovoorzitter ziet echter vooralsnog maar een beperkte opgang.

‘De aanleg van een voedselbos vraagt veel kennis en kapitaal’, licht hij toe. ‘Het beheer vraagt weinig arbeid, maar het oogsten des te meer. Ook heb je weinig flexibiliteit in de producten die je teelt. De afzet en het verdienmodel blijven bovendien een onzekere factor. Van Eck verdient goed aan zijn voedselbos, met name omdat hij de (unieke) producten tegen goede prijzen bij toprestaurants en kruideniers kwijt kan. De vraag blijft echter: wat is het verdienmodel van een voedselbos als deze een grote opgang zouden maken?’ Al met al kijkt de regiovoorzitter terug op een interessante en leerzame excursie, die hij collega-boeren en -tuinders kan aanraden.

Pagina delen