Column Klaas Johan Osinga: Nobelprijs voor vrede ook voor boeren
20 okt 2020
Wereldvoedseldag was vrijdag 16 oktober. Enkele dagen eerder werd bekend dat de Nobelprijs voor de Vrede dit jaar is toegekend aan het Wereldvoedselprogramma (WFT) van de Verenigde Naties. Een prijs die volgens Klaas Johan Osinga van LTO Nederland ook voor boeren en tuinders is.
Het Nobelcomité heeft de vredesprijs toegekend aan het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties. Dat komt op een kantelmoment, want de strijd tegen honger verliest terrein. Goed om bij stil te staan op Wereldvoedseldag.
Corona doodt mede door honger
Volgens het Wereldvoedselprogramma zullen door de coronacrisis de komende maanden 100 miljoen extra hongerigen zijn. In veel landen kunnen boeren door allerhande lockdown-maatregelen niet naar het land en krijgen veel medewerkers geen loon meer. Bovendien raakt het distributiesysteem verstoord. Landen gooien grenzen dicht in een poging corona buiten de deur te houden. De gevolgen zijn ernstig. Veel mensen zijn voor hun voedselvoorziening namelijk afhankelijk van een fijnmazig systeem van handel, vaak over grenzen heen. Kinderen zijn in het bijzonder kwetsbaar. Voedselonzekerheid maakt kwetsbaar voor ziekten.
In Nederland hebben we onze zaakjes dan nog relatief goed voor elkaar: we zijn goed georganiseerd en produceren voldoende om lege schappen te voorkomen.
Voldoende kwaliteitsvoedsel hangt wereldwijd direct samen met het behalen van andere duurzaamheidsdoelen: armoede, gezondheid, de positie van vrouwen, bescherming van klimaat en water. Voedseltekorten slaan ook toe in rijke landen. Door corona bezuinigen mensen op aankoop van gezonde, verse producten en gaan ze voor goedkoop. Toen scholen dicht gingen, kregen leerlingen niet meer hun schoolmaaltijd of schoolfruit en -melk. In veel landen in de wereld is de schoolmaaltijd voor kinderen soms hun enige volwaardige maaltijd van de dag.
Ook voor boeren en tuinders
De Nobelprijs is voor iedereen die zich bezig houdt met de voedselvoorziening, niet in het minst boeren en tuinders. Niet voor niets is het de tweede doelstelling (SDG, Sustainable Development Goal) voor 2030: honger uit de wereld helpen. Sinds een paar jaar boeren we helaas weer achteruit. Door oorlogen (Syrië, Jemen…) en klimaatverandering krijgen boeren en tuinders het steeds moeilijker. Een verontrustend gevolg van verstoorde weerpatronen zijn de nieuwe ziekten en plagen. Sprinkhanenplagen vernietigden gewassen op duizenden hectares in Oost-Afrika en de Hoorn van Afrika.
Landbouw speelt dan ook nog de rol van vangnet. Toen door de coronamaatregelen het toerisme dit voorjaar tot stilstand kwam, raakten velen hun inkomen kwijt. In ontwikkelingslanden is dan vaak het enige alternatief: terug naar het dorp en het stukje grond waar voedsel geproduceerd kan worden. Landbouw als verzekering. In Europa hebben we voedselzekerheid, maar dat is niet een gegeven voor de lange termijn. Ik lees vaak de wekelijkse rubriek ‘Lunch with the Financial Times’ en daar zat op 10 oktober aan tafel Kristalina Georgieva, hoofd van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Zij is opgegroeid in Bulgarije. Dat land had grote economische problemen, met hyperinflatie in 1996-97. Ze herinnert zich dat ze toen ’s ochtends om 4 uur moest opstaan om in de rij te gaan staan voor melk voor haar dochter. Er was geen keus. Dat was in Europa en het is nog niet zo lang geleden. Genoeg om even bij stil te staan op Wereldvoedseldag.
Klaas Johan Osinga
LTO Nederland