Water 2

Neerslagtekort vooral groot op papier

16 mei 2020

‘Het huidige gebrek aan neerslag is vooralsnog geen probleem’, stelt LLTB-bestuurslid Peter van Dijck (Water). 'Voor de waterhuishouding geldt 1 april als peildatum en sinds die tijd is er inderdaad weinig regen gevallen. Aangezien we echter een kletsnatte winter achter de rug hebben, zegt dat neerslagtekort in de praktijk niet zoveel, maar is het vooral een papieren tijger.’

Water

Van Dijck vindt het opmerkelijk dat 1Limburg eind februari nog de noodklok luidde over de extreem natte winter en nu weer over extreme droogte. ‘Anderhalve maand geleden was het nog de natste winter in zeventig jaar en nu stellen ze dat het niet meer zó droog is geweest als in 1976. Feitelijk is dat juist, maar alleen door die peildatum van 1 april. Een beetje duiding en context was geen overbodige luxe geweest in dit verhaal.’ Overigens heeft Van Dijck 1Limburg aangeboden tekst en uitleg te geven, maar daar is niet op ingegaan.

1Limburg heeft inmiddels de LLTB-standpunten gepubliceerd in dit artikel >>

Boeren, tuinders en Waterschap Limburg hebben in die natte winter in elk geval zoveel water vastgehouden dat de tekorten in het grondwater, die de afgelopen twee jaar zijn ontstaan, nagenoeg zijn aangevuld. Daarom maakt Van Dijck zich geen grote zorgen over de droogte van de afgelopen weken. 'Dat neemt niet weg, dat we net als de natuur echt op regen wachten. Daarbij roepen we leden op stuwen en peilen hoog te houden.'

Er wordt volgens Van Dijck weliswaar beregend, maar dat is niet meer dan gebruikelijk. Want hoewel het grondwater in vergelijking met de afgelopen jaren hoog staat, is de toplaag erg droog. ‘Op dit moment wordt er minimaal beregend. Op de een of andere manier zien mensen dat als verspilling, maar realiseren zich niet dat dat voor hun eigen voedsel is. Jonge plantjes, zoals sla, hebben nou eenmaal een beetje hulp nodig tot de wortels lang genoeg zijn om het grondwater te bereiken. Boeren en tuinders beregenen uit noodzaak en doen dat liever niet, want het kost hen immers veel tijd en geld.’

Overigens zakt het leeuwendeel van het water dat wordt gebruikt gewoon weer terug in de bodem. ‘Wat het extra cru maakt, is dat wij als agrosector de grootste netto toevoeger van grondwater zijn. Jaarlijks valt er ruim 1,1 miljard kubieke meter water op onze akkers. Verreweg het grootste deel hiervan infiltreert naar het grondwater. We pompen maar een paar procent hiervan op en dan ook nog om planten te laten groeien en mens en dier te voorzien van eten.’

Verstedelijking

Volgens Van Dijck kan het grondwater nog wel een beetje hulp gebruiken. ‘Wij hebben als sector samen met het waterschap daarin onze verantwoordelijkheid genomen, maar we kunnen het niet alleen. Ons klimaat verandert; gemiddeld valt er veel meer regen dan voorheen. Er zijn verdergaande maatregelen in ons watersysteem nodig om te voorkomen dat ons kostbaar water de Maas invloeit.’

Een regio als Zuid-Limburg is in ruim 50 jaar verstedelijkt van 7 tot bijna 30 procent. ‘Je zou kunnen stellen dat we de Sint-Pietersberg hebben afgegraven en ons landschap geasfalteerd’, zegt Van Dijck. ’Stedelijk gebied infiltreert maar een klein percentage van het regenwater, de rest ligt een dag later in de Noordzee. Hiervan hebben vooral landbouw en natuur veel last. Elke hectare bebouwd oppervlak draagt bij aan een daling van onze grondwaterstand.’

Industrie

Volgens Van Dijck moet ook de industrie haar verantwoordelijkheid nemen. ‘Industrieel opgepompt water voor processen en koeling zomaar de Maas in laten stromen, is niet meer van deze tijd. Dat water moet worden teruggebracht in het landschap. De beekdalbrede aanpak van het waterschap is hiervoor echt te beperkt. Al maak je de beek een kilometer breed, als ze blijven afstromen op de Maas, zijn we het water kwijt.’

Pagina delen