Boomteelt

Plant als basisgrondstof voor de toekomst

4 feb 2020

Plantaardig materiaal is de basisgrondstof voor de toekomst. Daarvan zijn de deelnemers van Plants 4 Plants overtuigd. De LLTB gaat samen met een aantal partners van het BioTreatCenter aan de slag om regionaal beschikbare kennis op het gebied van gebruik, teelt en toepassing van gewassen bij elkaar te brengen en te combineren.

Planten

In het Plants 4 Plants project werkt een groot aantal partijen samen aan een concept, waarin vierkantsverwaarding van gewassen meer regel dan uitzondering moet worden. De uitdaging is alle onderdelen van de plant optimaal te verwaarden en daarbij zowel een financieel als een duurzaamheidsrendement te behalen. Hierbij wordt speciaal gezocht naar nieuwe gewassen als uitbreiding op het bestaande, meer traditionele assortiment.

Introductie van voor Nederland niet-traditionele gewassen is vaak een kwestie van een lange adem. Weinig ervaring met de teelt biedt bij aanvang lage gewasopbrengsten, wat agrariërs doorgaans enigszins terughoudend maakt. Daarnaast is de financiële opbrengst een extra uitdaging. Vaak moet een nieuwe afzetmarkt worden ontwikkeld. De deelnemers aan het Plants 4 Plants project willen op beide terreinen tegelijk aan de slag en zo een doorbraak realiseren.

‘Wanneer met nieuwe gewassen wordt geëxperimenteerd, zien we vaak dat voor de boer en tuinder de uiteindelijke vrucht het belangrijkst is’, weet LLTB-bestuurder Susanne Görtz. ‘Maar wellicht doen universiteiten op hetzelfde moment onderzoek naar wat er met de stengels en het loof van de plant allemaal kan. Zoals het gebruik van tomatenloof als grondstof voor papier. Weer andere onderzoekers bekijken welke invloed de wortels van die plant hebben op de kwaliteit van de bodem. Vaak is men niet op de hoogte van elkaars onderzoeken.’

Door gezamenlijke organisatie van expertmeetings willen de LLTB en zijn leden laten zien voorop te lopen in het zoeken naar crossovers en dat ze beantwoorden aan de roep van boer en burger om te komen tot een duurzame, volhoudbare economie met daarin een niet weg te denken rol voor de teler van de toekomst. Deze kennisbijeenkomsten worden gekoppeld aan demonstraties en experimenten in het veld. Daarbij wordt areaal beschikbaar gesteld door diverse partijen.

Doelstelling van het project is door combinatie van nieuwe én bestaande (maar versnipperd beschikbare) kennis en kunde unieke verdienmodellen te ontwikkelen voor de landbouw met bijzondere gewassen. Gewassen die naar de toekomst toe volledig gebruikt en verwaard worden richting een combinatie van afzetmarkten. Eiwitfracties naar humane of diervoeding, cellulose richting duurzaam bouwmateriaal, specifieke inhoudsstoffen naar hoogwaardige toepassingen in bijvoorbeeld de biologische gewasbescherming met daarbij een gezonde, vruchtbare en duurzaam bewerkte bodem als hard uitgangspunt.

Duurzaam

In de huidige maatschappij, waarin steeds meer vraag is naar plantaardige grondstoffen als alternatief voor minder duurzame fossiele grondstoffen, zijn er steeds meer potentiële afzetkanalen voor onderdelen van bepaalde gewassen. Je moet dan denken aan – naast de vrucht – de wortels, stengels en bladeren. Cellulose-houdende reststromen van planten kunnen bijvoorbeeld prima worden verwerkt tot chemicaliënvrije meubelpanelen. Bepaalde delen van de brandnetel kunnen waarschijnlijk een rol spelen in de biologische gewasbescherming en het diepwortelende Sorghum kan naast kansen voor voeding voor mens en dier mogelijk een bijdrage leveren aan de erosiebestrijding in de Zuid-Limburgse heuvels.

Wanneer deze ontwikkelingen worden gecombineerd met de zoektocht naar verdienmodellen voor vernieuwende gewassen, is de sleutel zo gevonden. Probeer zoveel mogelijk marktvelden waar verschillende onderdelen van de plant naartoe kunnen te combineren en de potentie van het gewas stijgt direct. Boeren en tuinders zijn eerder geneigd te experimenteren, onderzoekers beschikken sneller over experimenteel materiaal en veredelaars raken geïnteresseerd in het verbeteren van specifieke eigenschappen.

‘Als gevolg kan de teelt worden opgeschaald, nemen expertise en opbrengst toe en kunnen duurzame markten beter en sneller worden bediend’, concludeert Görtz. ‘Gevolg is dat de boer een nieuw perspectief heeft, de industrie een duurzamere grondstof en dat ze gezamenlijk bijdragen aan het realiseren van een meer circulaire (bio-)economie. In feite is dan de vicieuze cirkel omgebogen naar een opwaartse spiraal.’

Partners van het project zijn: BioTreatCenter, Compas Agro BV, St. Wageningen Research, HAS Hogeschool, Vereniging Innovatief Platteland, Gemeente Venray, Aachen – Maastricht Institute for Biobased Materials (AMIBM), BioBoost en loonbedrijf Gebr. de Boer BV.

Pagina delen