De LLTB gaat in beroep tegen de uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant dat beregenen met grondwater rond de Peelvenen voor putten die na 2001 in gebruik zijn genomen vergunningplichtig is. De Raad van State gaat zich over de zaak buigen.

De rechtbank kwam tot haar uitspraak in een procedure, die de Werkgroep Behoud de Peel had aangespannen tegen het beheerplan Peelvenen. Dit beheerplan regelt welke maatregelen nodig zijn om de natuur in de Natura 2000-gebieden Groote Peel, Mariapeel en Deurnese Peel te beschermen en of een natuurbeschermingswetvergunning nodig is voor activiteiten buiten de natuurgebieden.

Afspraken

Jan Veltmans, portefeuillehouder in het hoofdbestuur van de LLTB licht de reden voor het beroep als volgt toe: ‘De boeren in de Peel hebben zich altijd ingespannen om natuur en landbouw te combineren. De Agrarische Belangengroep Mariapeel heeft daarbij een belangrijke rol gespeeld. Er zijn afspraken gemaakt en terwijl de landbouwers zich daaraan hebben gehouden, wordt nu alsnog een vergunningplicht voor bestaande waterputten opgelegd.’

Veltmans doelt daarbij op de afspraken die gemaakt zijn in het kader van Nieuw Limburgs Peil van het voormalige Waterschap Peel en Maasvallei. Hierin is afgesproken om met peilgestuurde drainage en boerenstuwen het grondwaterpeil te verhogen. Ook mogen geen nieuwe putten worden geslagen, tenzij deze verder van de natuurgebieden afliggen en tevens voor elke nieuwe put een bestaande put (dichter bij een natuurgebied) wordt gesaneerd. De LLTB is van mening dat door deze afspraken voldoende wordt gedaan om eventuele negatieve gevolgen voor de grondwaterstand in een natuurgebied te voorkomen.

Een zijden draadje

De ontheffing van de vergunningplicht is van belang, omdat het voor een individuele boer vrijwel onmogelijk is om aan te tonen dat beregening geen effect heeft op de natuur. Hierdoor hangt het afgeven van een vergunning altijd aan een zijden draadje.

Beroepsschrift

In haar beroepsschrift noemt de LLTB overigens meer gronden voor het ingestelde beroep. Zo vindt zij dat, als er al een jaar van toepassing zou moeten worden verklaard voor de vergunningplicht, dit het jaar moet zijn van de aanwijzing door de rijksoverheid. Dat was 2009 en niet 2001. Verder vindt de LLTB dat de rechtbank ten onrechte het extreem droge jaar 2018 maatgevend acht voor het grondwaterpeil. Naar het oordeel van de LLTB moet hiervoor het gemiddelde peil van een aantal jaren bepalend zijn.

Lees het hele beroepsschrift hier.