field-1246620_1920

Hoogwaterbescherming complex project

26-09-2017

Waterschap Limburg wil dat in 2020 alle Limburgse dijken voldoen aan de nieuwe veiligheidsnormen die het Rijk begin dit jaar heeft vastgesteld in de Waterwet. Een complex project, dat grote impact heeft op de omgeving en omwonenden. Zo ook in de regio Baarlo-Kessel.

 

‘Het iedereen naar de zin maken lukt niet’

 

Binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma gaat het om 100 kilometer dijk, verdeeld over 15 trajecten in Midden- en Noord-Limburg. Bestuurslid Rein Dupont en projectdirecteur Diederik Timmer van Waterschap Limburg vragen de omwonenden actief mee te denken.

De nieuwe norm die het Rijk heeft vastgesteld is 1 op 300. Dit betekent dat de dijk het in theorie gemiddeld één keer in de 300 jaar zou begeven en dat het achterland vol water stroomt. De dijken die binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma vallen, zijn destijds aangelegd op 1 op 50.
‘De aanscherping geeft wel aan dat de urgentie hoog is’, vertelt Diederik Timmer. ‘Na de overstromingen in 1993 en 1995 is een aantal nooddijken aangelegd. In de loop der jaren zijn dit permanente dijken geworden met een wettelijke status. Die moeten nu echt worden aangepakt, want ze zijn zwak, te laag en niet bestand tegen hogere waterafvoeren van de Maas als gevolg van de klimaatverandering.’
‘In wezen gaan we nu werk verrichten dat 25 jaar geleden al uitgevoerd had moeten worden’, vult Rein Dupont aan. ‘De norm 1 op 300 is overigens de onderkant; op plekken waar het potentieel slachtofferrisico hoger is of een dijkdoorbraak tot grotere economische schade leidt, ligt de norm veel hoger.’

Breed gedragen oplossing
Om bewoners van de Maasdorpen nauw bij het gehele proces te betrekken, houdt het waterschap informatieavonden. Deze week is gestart met de presentatie van mogelijke oplossingen en alternatieven voor de dijktrajecten en vraagt het waterschap belanghebbenden te reageren. ‘De voorkeur gaat natuurlijk uit naar een breed gedragen oplossing’, zegt Dupont.
Vervolgens gaan de plannen, aangevuld met de reacties uit de omgeving, naar de Stuurgroep Noordelijke Maasvallei, die een voorkeur uitspreekt. Daarna wordt de voorkeursvariant vastgesteld door het dagelijks bestuur van Waterschap Limburg en verder uitgewerkt in de planuitwerkingsfase.

Betrokkenheid
Timmer: ‘We merken dat de betrokkenheid van omwonenden steeds groter wordt gedurende het proces. Gelukkig, want we willen graag zoveel mogelijk input vanuit de omgeving. Alleen zo worden onze plannen beter.
‘Sommige bewoners zien de dijkontwikkelingen als bedreiging; ze willen geen hoge dijk en zijn bang dat ze hun uitzicht op de Maas kwijtraken. Juist daarom willen wij dat ze actief meedenken en gaan we gezamenlijk op zoek naar oplossingen. Anderzijds merken we ook dat mensen de dijkaanpassing juist als een kans zien in hun eigen plannen en bedrijfsactiviteiten.’

Venlo
Maar hoe goed het waterschap ook probeert omwonenden bij de dijkplannen te betrekken, agrariërs in de regio Baarlo-Kessel hebben het gevoel dat hun belangen moeten wijken voor de bescherming van de inwoners van de stad Venlo, enkele kilometers verderop.
‘Ja, het klopt dat in gebied Baarlo-Kessel wordt onderzocht of dijken moeten worden verlegd. Als we daartoe besluiten wordt de waterstand van de Maas lager en hebben andere gebieden, zoals Venlo, daar voordeel van’, zegt Timmer. ‘Maar de inwoners van Baarlo-Kessel hebben op hun beurt weer baat bij de maatregelen in het zuiden van Limburg. Het is deze kralenketting aan maatregelen langs de Maas die ervoor zorgt dat straks iedereen in Limburg goed beschermd is.’

Hoogwatergeul
Eén van de mogelijke oplossingsrichtingen in Baarlo is de aanleg van een hoogwatergeul. Dupont: ‘De geul zal alleen vol lopen bij hoogwater. De naam zegt het al. Omwonenden zullen hier niet zoveel overlast van ondervinden dan ze nu denken.’ Timmer: ‘We zijn bereid om in gezamenlijkheid alle mogelijke oplossingen te onderzoeken.’
‘We steken veel tijd in gesprekken met bewoners’, vervolgt Dupont. ‘Ook agrariërs hebben hun zegje kunnen doen. Uiteraard zijn ze welkom om nogmaals met ons in gesprek te gaan.
‘Wij kijken met het hoogwaterbeschermingsprogramma naar het algemeen belang, met oog voor de omgeving. Ik ben me ervan bewust dat het waterschap het niet voor iedereen goed kan doen. Als 80 tot 90 procent van de omwonenden zich kan vinden in de oplossingsrichtingen, ben ik tevreden.’

_XEL3984

‘Pak probleem aan bij pijnpunt: flessenhals Venlo’

 

Harm Peeters bestiert met zijn ouders een agrarisch bedrijf in Oyen (Kessel). Door de huidige beperkingen op de locatie en de nieuwe dijken, wordt het perspectief voor het bedrijf steeds kleiner.

Het bedrijf met akkerbouw en rosékalveren ligt in een oude Maasarm. Oyen ligt in een stroomvoerend winterbed en tevens extensiveringsgebied, uitbreiding van het bedrijf wordt daardoor zeer lastig.
Peeters: ‘Momenteel kan ik onder strikte voorwaarden een vergunning krijgen, maar of ik in de toekomst nog verder kan uitbreiden is zeer de vraag. Het waterschap onderzoekt een dijktracé dichtbij ons bedrijf om inwoners aan de zuidkant van Baarlo te beschermen. Ik verwacht dat de voorwaarden alleen maar strenger worden. Aan de noordkant van Baarlo is een hoogwatergeul gepland.’

Niet doeltreffend
Volgens Peeters is die geul rivierkundig gezien helemaal niet doeltreffend. ‘Uit studies blijkt dat de geul géén verlagend effect heeft op de stand van de Maas. Het waterschap lijkt hier blind voor en gaat mee in de visie van Venlo om op grote schaal natuur te creëren. Bedrijven moeten hiervoor wijken. Ik krijg het idee dat het geld vanuit het hoogwaterbeschermingsprogramma hierdoor op een verkeerde manier wordt uitgegeven.
‘Door de vernauwing van de Maas ter hoogte van Venlo, de flessenhals, wordt het water in onze regio opgestuwd en zit Venlo met een groot probleem. Pak het probleem daar dan aan. Verruim bijvoorbeeld het zomerbed, verleg huidige keringen en pas bruggenhoofden aan, zodat de capaciteit van de Maas toeneemt. Als de flessenhals wordt aangepakt, zijn in Baarlo-Kessel minder grote ingrepen nodig.

Wateroverlast accepteren
Peeters’ bedrijf ligt tussen de Maas en de potentiële nieuwe dijk en is daardoor niet beschermd tegen overstromingen. ‘Wij accepteren de wateroverlast, maar het zou prettig zijn als we die niet elke vijf jaar hebben. Met kleine aanpassingen, zoals verhoging van lokale wegen, komen we al een heel eind. Hopelijk heeft het waterschap daar ook oog voor. Als die golf van 4.500 kuub komt, worden wij zonder twijfel geëvacueerd. Ter illustratie: het water komt dan ruim anderhalve meter hoger te staan dan de 1,25 meter hoge muur bij de voerkuil.’

_XEL5362

Pagina delen