Bedrijventerrein Zevenellen bij Haelen presenteert zich als het centrum van de biobased agriculture. Een ambitie die de komende jaren echt vorm moet gaan krijgen. De weg voor initiatieven van agrarische ondernemers is vrij.

Zevenellen is het eerste bedrijventerrein in Nederland dat zich volledig focust op biobased agriculture. Een heel bewuste keuze. Uit een onderzoek dat Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg (OML) – eigenaar van een deel van de grond op Zevenellen – liet uitvoeren, kwam dit als meest kansrijke initiatief uit de bus.

In Midden-Limburg komt 20 procent van de bruto toegevoegde waarde uit de agribusiness. ‘Een sector die dus van groot belang is voor de economie in Midden-Limburg’, zegt Arnold Cox, adjunct-directeur bij OML. ‘De ontwikkeling van Zevenellen moet bijdragen aan de economie én aan de maatschappij. Daarom is biobased agriculture hier perfect.

OML wil de werkgelegenheid in de sector vergroten en de economie een boost geven, met oog voor de omgeving. ‘Juist in deze omgeving heeft biobased een grote kans van slagen. Er zijn veel agrarische en agribusinessbedrijven, er is een goede logistieke verbinding en het ligt precies tussen Greenport Venlo en Chemelot in.’

Meer mogelijk

De basis voor een succesvolle biobased toekomst op Zevenellen is dus aanwezig. Nu moeten agrarische ondernemers de weg naar Haelen nog weten te vinden.

‘Er is hier meer mogelijk voor agrariërs dan zij denken’, vertelt Sander Groenen. Samen met Hans Corsten, Lianne Janssen en Stefan Lemmens vormt hij het projectteam van Zevenellen, dat partijen bij elkaar brengt.

‘De mogelijkheden zijn breed’, zegt Groenen. ‘Denk aan afval uit primaire of secundaire stromen, duurzaam inkopen, nieuwe initiatieven in de agrarische gerelateerde wereld en voedingsindustrie en het ontwikkelen van nieuwe biobased producten en processen. Maar ook aan de mogelijkheden tot het experimenteren met nieuwe teelten en het aanleggen van proefvelden.’

Agrariërs die ideeën hebben, ook al zijn ze misschien nog vaag, mogen langskomen om te bekijken of het centrum ze kan helpen. ‘Maar het geldt ook andersom: agrariërs die een probleem hebben en daar zo snel geen oplossing voor vinden, kunnen bij ons aankloppen.’

Een voorbeeld hiervan is een groep van zeven varkenshouders die een mestbewerkingsinstallatie starten op Zevenellen. ‘Binnen nu en twee jaar is die installatie operationeel’, zegt Hans Corsten. ‘Dan wordt er 100.000 kuub mest verwerkt. Het uiteindelijke doel is een groter volume op een verantwoordelijke wijze te bewerken, die als grondstof voor andere bedrijven kan dienen.’ De gesprekken met deze andere bedrijven lopen nog.

‘We willen een keten ontwikkelen’, zegt Stefan Lemmens. ‘Dit betekent dat we partijen bij elkaar willen brengen die iets voor elkaar kunnen betekenen. Als bedrijf hoef je die keten niet te bedenken, dat doen wij wel. Het kan zo zijn dat er net één blokje mist om de keten rond te maken. Wij gaan dan op zoek naar dat ene blokje.’

In de achtertuin

Zevenellen succesvol ontwikkelen staat of valt met het draagvlak bij omwonenden. ‘We doen er alles aan om hen mee te nemen in de plannen, want ze willen weten wat er in hun achtertuin gebeurt’, vertelt Groenen. ‘We gaan continu met ze in gesprek, organiseren bijeenkomsten en we houden ze op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen. We merken dat het gewaardeerd wordt.’

Een voorbeeld hiervan is een excursie die Zevenellen onlangs organiseerde naar de mestbewerkingsfabriek Merensteyn in Ysselsteyn. Dertig omwonenden gingen mee, zodat zij met eigen ogen konden zien wat er binnenkort op Zevenellen gaat gebeuren.

‘Mest en mestbewerking roepen bij veel mensen een gevoel van antipathie op’, zegt Arnold Cox. ‘Die negativiteit kunnen we het beste ombuigen naar optimisme door omwonenden zelf te laten ervaren hoe het er op zo’n mestbewerkingsbedrijf aan toe gaat. Kijken, horen, ruiken en proeven zijn veel effectiever dan een presentatie op een scherm. De deelnemers waren na afloop blij verrast. Onbekendheid willen we ombuigen naar het omarmen van biobased door iedereen.’