Spreeuwen zijn dol op blauwe bessen. Fijn voor de vogels, minder leuk voor de bessentelers. Om de overlast enigszins binnen de perken te houden, kunnen Limburgse telers gebruik maken van zogenaamde vangkooien.
De pilot, waar ook de LLTB een aantal jaar geleden bij betrokken was, raakt steeds meer ingeburgerd. Hoe staat het nu met de overlast? We vragen het Margareth Geurts van Blauwebessenland in America.
‘De overlast wordt gelukkig steeds minder. We hebben een vermoeden dat de spreeuwen ondertussen richting het zuiden zijn vertrokken. De blauwe bessenoogst is ook zo goed als voorbij. Ze zullen dus op andere plekken op zoek moeten naar voer.’
Heeft de spreeuwenoverlast de opbrengst van de oogst beïnvloed?
‘Zeker weten. In ons geval gaat het om zo’n tienduizend kilo bessen en dan heb ik het louter over de daadwerkelijke kilo’s die de vogels meenemen. Als een spreeuwenzwerm in een bessenplantage duikt, dan pikken ze her en der een besje aan. De werkelijke schade is dan ook veel groter. Van de totale oogst is zo’n tien procent verloren gegaan. Jammer genoeg bestaat er niet zoiets als een spreeuwenverzekering.’
Om hoeveel spreeuwen gaat het ongeveer?
‘Nou, het zijn er duizenden, die samen een gigantische zwerm vormen. Begin dit jaar werd ons verteld dat er nu veel minder spreeuwen zouden zijn. Wij hadden eerlijk gezegd onze twijfels. We hebben dan ook gewoon onze vangkooien neergezet. Voor het gebruik van de kooien hebben we via de provincie een ontheffing gekregen. Overigens hebben alle blauwebessentelers in Limburg de mogelijkheid een dergelijke ontheffing aan te vragen. Niet iedereen doet dat, maar dat moet iedere ondernemer zelf bepalen.’
Hoeveel vangkooien heeft uw bedrijf?
‘Wij hebben twee vangkooien, die hebben we de laatste week van mei ingezet. Een aantal spreeuwen dat bij ons in de winteropvang zit, zetten we in een vangkooi met de bedoeling dat ze andere jonge spreeuwen lokken. Spreeuwen die voor het eerst uitvliegen zijn namelijk zoekende en bovendien heel erg nieuwsgierig. Zien ze ergens een groepje spreeuwen bij elkaar zitten, dan vliegen ze daar meteen op af, want daar is vast iets te eten, denken ze dan. Lukt het je de eerste jonge spreeuwen weg te vangen dan is het risico veel kleiner, dat je hele grote aantallen krijgt. De afgelopen jaren heeft het heel goed geholpen.’
Wat gebeurt er met de vogels nadat ze zijn gevangen?
‘Een door de provincie ingeschakelde firma komt al naar gelang het aantal gevangen spreeuwen één of twee keer in de week langs om de vogels te wegen, te meten en te ringen. Dat is in de meeste gevallen een dagtaak. Diezelfde firma neemt de vogels mee om ze vervolgens in het zuiden van onze land los te laten. Vandaar vliegen de spreeuwen linea recta richting Spanje.’
Is de spreeuw in uw ogen nu een lastpak?
‘Nee hoor, niet echt. Vandaar ook dat we met vangkooien zijn gaan werken. Dat is in onze ogen de meest diervriendelijke manier om de overlast aan te pakken. Om ze zomaar te doden, zit niet onze aard.’