De Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) biedt vanaf juni naast de PCR-test en bacteriologische kweek ook de (strangles) ELISA aan voor droes. Exclusieve nieuwe diagnostiek voor het aantonen van antistoffen tegen de droesbacterie in het bloedserum.

Van alle infectieziekten die paarden kunnen krijgen, wordt droes in het GD-laboratorium het meest aangetoond. Uiterlijke symptomen zoals snotneuzen en abcessen zijn duidelijke kenmerken, maar meer en meer blijkt dat droes ook een minder typisch verloop kan hebben, waardoor deze infectieziekte vaak niet duidelijk wordt herkend. En juist paarden die de aandoening hebben zonder deze verschijnselen vormen een risico, net als paarden die na een infectie drager van de droesbacterie worden. Droes komt niet alleen bij jonge paarden voor, maar steeds vaker ook bij paarden van andere leeftijden. Droes kan abcessen veroorzaken in de lymfeknopen aan het hoofd, maar dat gebeurt lang niet altijd.

ELISA-test spoort dragers op

Bijna alle paarden ontwikkelen enkele weken na infectie antistoffen en komen daardoor positief uit de test. Bij dragers blijven de antistoffen langdurig aanwezig. Dragers spelen een belangrijke rol bij de overdracht van droes. Wie droes bedrijfsmatig wil aanpakken doet er goed aan dragers op te sporen, te behandelen of te verwijderen.

Screenen op droes

De nieuwe (strangles) ELISA kan worden ingezet voor:

• Het opsporen van dragers bij bedrijven die denken vrij te zijn van droes;
• Het onderzoeken van nieuwe paarden op antistoffen voordat ze in contact komen met andere paarden;
• Het opsporen van besmette paarden zonder duidelijke symptomen tijdens het management van een uitbraak;
• Het opsporen van dragers na een uitbraak;
• Bij verdenking op verslagen droes of andere complicaties (morbus maculosus).

Wat is droes?

De verwekker van droes, Streptococcus equi subsp. equi, veroorzaakt een zeer besmettelijke aandoening van de voorste luchtwegen. Vervolgens ontstaan in de meeste gevallen abcessen in de lymfeknopen van het hoofd. Als deze lymfeknopen doorbreken naar de huid of luchtzakken, herstelt het paard over het algemeen vrij snel. In maximaal 20 procent van de gevallen vinden ook nog complicaties plaats als ‘verslagen droes’, hierbij treffen we abcessen op andere plekken in het lichaam aan. De meeste paarden ruimen tijdens het herstelproces alle bacteriën weer op, maar 10 tot 20 procent van de paarden wordt drager. Dragers zijn paarden waarbij de droesbacteriën zich kortere of langere tijd (soms jaren) weten te handhaven in de luchtzakken en die bacteriën periodiek ook weer uitscheiden en zo andere paarden kunnen besmetten.

Meer informatie, waaronder een toelichting op de uitslag en de antwoorden op de meest gestelde vragen vindt u hier.

U kunt ook contact opnemen via de klantenservice van GD met droesspecialist Dr. Kees van Maanen, telefoon 0900 1770 (optie 5).