‘De agrarische sector is een en al dynamiek’
De jeugd heeft de toekomst. Dat geldt ook voor de land- en tuinbouw. Peel en Maas telt een groot aantal jonge agrarische ondernemers, die de schouders eronder zetten en met groot enthousiasme hun bedrijf verder uitbouwen en ontwikkelen. Wat motiveerde hen om te kiezen voor een toekomst in de land- en tuinbouw? En wat zijn de voors en tegens van het runnen van een agrarisch bedrijf? De jonge garde aan het woord.
“Alleen een goed product afleveren is niet meer voldoende voor een moderne agrarische ondernemer. Je moet van het erf afkomen en je product vermarkten. Dat vraagt een open houding, goede communicatieve vaardigheden en inzicht in de actuele marktontwikkelingen. En de markt verandert continu. Daarnaast wordt het creëren van draagvlak bij overheden en omwonenden steeds belangrijker. Kortom: de agrarische sector is een en al dynamiek. Ik leer elke dag bij!”
Wouter Janssen (31) uit Koningslust praat vol passie en enthousiasme over het agrarisch ondernemerschap en over de bolchrysantenkwekerij die hij samen met zijn vader runt. In zijn tienerjaren werd voor Wouter duidelijk dat hij verder wilde in de agrarische sector. “Ik heb een tijdje overwogen om een techniekopleiding te gaan volgen, maar het eigen baas zijn en het buitenleven bleven trekken. Uiteindelijk ben ik naar de Hogere Agrarische School in Den Bosch gegaan; iets waar ik geen moment spijt van heb gehad.”
Wat Wouter het meest aanspreekt, is de grote afwisseling in werkzaamheden op de kwekerij. Hij is niet alleen op het veld bezig, maar neemt ook de administratie voor zijn rekening en onderhoudt contacten met klanten. Daarnaast verschillen de werkzaamheden per seizoen. “In het voorjaar worden de kleine stekjes in potten gezet, zodat deze kunnen uitgroeien tot mooie, sterke planten”, vertelt Wouter. “En in de zomermaanden draait het vooral om gewasverzorging, waarna de bolchrysanten in het najaar hun weg vinden naar de handel. Dat is voor ons de meest hectische tijd van het jaar. In de wintermaanden hebben we tijd om bij te komen en orde op zaken te stellen. Dan maken we de planning voor komend seizoen, gaan we op bezoek bij klanten, is er tijd voor machine-onderhoud, et cetera. Elk seizoen brengt iets nieuws; dat houdt je scherp als ondernemer en maakt dat ik al mijn creativiteit kwijt kan in het bedrijf.”
Verkeerd beeld
Ook Frank Tillemans (32) uit Beringe roemt de veelzijdigheid van het agrarisch ondernemerschap. Hij nam per 1 januari het ouderlijk bedrijf met 1100 Limousin-runderen over van zijn ouders. “Voor mij was altijd al duidelijk dat ik het bedrijf wilde voortzetten. Werken in loondienst is niets voor mij; ik wil mijn eigen keuzes maken en mijn eigen koers bepalen. Daarnaast houd ik ervan om in de frisse lucht te werken en met dieren om te gaan. Ook vind ik het leuk om contacten met afnemers te onderhouden; wij laten onze dieren, die grazen in natuurgebieden, in eigen beheer slachten en leveren het vlees aan winkels door het hele land. Voor mij is dit de ideale job!”
Volgens Tillemans hebben veel jongeren een verkeerd beeld van het agrarisch ondernemerschap. “Zij denken dat een boer altijd aan het werk is en nooit vrije tijd heeft. Dat is absoluut niet waar! Ook wat dit betreft heb je de regie in eigen hand. Ik zorg ervoor dat ik minstens één of twee keer per jaar met vakantie kan!”
Emiel Verhaegh (27) uit Koningslust, teler van trostomaten en van de nieuwe Coeur de Boeuf-tomaat, vindt het vooral belangrijk dat jongeren weten dat de tuinbouwsector een keur aan leuke en afwisselende banen biedt. “Werken in de tuinbouw hoeft niet per definitie te betekenen dat je alleen in de kas bezig bent. Op de grotere bedrijven zijn ook diverse functies waarvoor verdergaande scholing vereist is en waarbij je zowel in de kas als op kantoor werkzaam bent. Daarbij: dit is een sector waar altijd werk blijft. De vraag naar voedsel neemt immers alleen maar toe.”
Way of life
Emiel kreeg de liefde voor de tuinbouwsector met de paplepel ingegoten: als kleuter ging hij al met zijn vader en opa de kas in. Toch had hij lange tijd het plan om verder te gaan in de muziek. “Bariton spelen is een grote hobby van mij; daarom wilde ik naar het conservatorium. Maar omdat je in de muziek altijd moet werken wanneer anderen vrij zijn, besloot ik te kiezen voor mijn andere passie - tuinbouw! Nu heb ik een heerlijke baan én een fantastisch hobby. Super toch?”
Emiel erkent dat alleen in de kas werken niets voor hem is. “Dat doe ik ook wel, maar mijn takenpakket is veel breder. Zo houd ik me bezig met de inkoop van energie, met het verder op de kaart zetten van ons bedrijf en onze producten en met personeelszaken. In het hoogseizoen hebben we zo’n 70 mensen aan het werk; ik vind het een uitdaging om hen te stimuleren het beste uit zichzelf te halen.”
Ondanks alle positieve punten, is een eigen agrarisch bedrijf soms ook best zwaar, zo erkent Emiel. “Het komt voor dat ik er ’s nachts uit moet, wanneer het alarm afgaat. Ook blijft er soms werk liggen voor in de avonduren en maak ik op zondag meestal nog een rondje door de kas. Tuinder ben je 24 uur per dag, het is een ‘way of life’!”
Fotobijschrift: Frank Tillemans bij zijn Limousin-runderen.