Een onafhankelijke evaluatie windt er geen doekjes om: het Waterschap Peel en Maasvallei schoot duidelijk tekort in het bestrijden van de extreme wateroverlast in Midden-Limburg in de zomer van vorig jaar.

Dat er in korte tijd uitzonderlijk veel regen viel laat onverlet, dat het waterschap er 'niet alles aan heeft gedaan de wateroverlast en daarmee gepaard gaande schade te beperken.' Tot die conclusie komt het Adviesbureau HKV_Lijn in Water uit Lelystad, dat het onderzoek in opdracht van het waterschap heeft uitgevoerd. De LLTB had hier sterk op aangedrongen.

LLTB-bestuurder Veltmans ziet in de evaluatie een bevestiging van de vele meldingen die vanuit de leden bij de LLTB binnenkwamen. Uit het onderzoek blijkt onder meer, dat de neerslagalarmering door technisch falen niet in de organisatie was doorgezet. Dit probleem was bekend. Door dit niet tijdig op te lossen heeft het waterschap zichzelf een middel ontnomen om te anticiperen op de extreme neerslag van 9 juli. Bovendien heeft het waterschap onterecht besloten niet op te schalen in de weken na 11 juli. Opschaling zou tot een meer gecoördineerde aanpak van de wateroverlast hebben geleid, zowel inhoudelijk als in communicatie met burgers en agrariërs. Ook zou binnen de calamiteitenorganisatie eerder zijn besloten tot het planmatig en grootschalig verlagen van de stuwen en versneld maaien. Nu werd pas in augustus tot deze maatregelen besloten.

Ook andere maatregelen, zoals lenen of huren van extra materieel om de watergangen te maaien, of het maken van luchtfoto’s, had door de calamiteitenorganisatie in gang gezet kunnen worden. Naar het oordeel van het adviesbureau had de setting van een operationeel team de ernst van de wateroverlast in het gebied benadrukt en een bredere analyse van de problematiek afgedwongen.

De agrariërs hadden wel een actieve rol in het bestrijden van de wateroverlast, omdat zij het beheer en onderhoud voeren over perceelsloten, boerenstuwen en peilgestuurde drainage. Uit de interviews met zowel het waterschap als de agrariërs zelf is gebleken dat deze beheer- en onderhoudstaak niet overal effectief door de agrariërs is uitgevoerd. De belangrijkste oorzaak daarvoor is dat het sommige agrariërs onduidelijkheid is of een sloot en de daarbij behorende stuw en peilgestuurde drainage in beheer is bij het waterschap, bij de eigenaar of bij de pachter van de grond. Dat leidt er toe dat het beheer van deze perceelsloten niet gewaarborgd is en in de praktijk ook tekort schiet.
Ook is het bureau van oordeel, dat het waterschap niet afdoende en niet effectief heeft gecommuniceerd tijdens en na de wateroverlastperiode. Dit is mede in de hand gewerkt doordat na de korte opschalingsperiode van 9 en 10 juli werd besloten niet (opnieuw) op te schalen.

Veltmans: 'Deze evaluatie liegt er niet om. We zullen er samen met de plaatselijke LLTB-bestuurders op toezien dat het waterschap de adviezen ter harte neemt en stevig verankert in de uitvoering. Natuurlijk was de regenval uitzonderlijk. Maar dan moet je als waterschap ook uitzonderlijk alert zijn.'

Het volledige evaluatierapport kunt u hier lezen.