Het opstellen van een beweidingsplan en een ontwormplan gaan hand in hand. De kunst is om het beweidingsplan zo op te stellen dat de schapen telkens op een weide komen, waar de afgelopen twaalf weken geen schapen hebben gelopen.

‘Dan zit er ook geen wormbesmetting in het gras’, zegt Saskia Duives-Cahuzak, voorzitter van de LTO-vakgroep Schapenhouderij. ‘Als dit lukt, kun je met minder ontwormmiddelen toe.’

Biodiversiteit

Minder ontwormmiddelen is niet alleen belangrijk voor het economisch resultaat, maar ook voor de biodiversiteit. ‘De ontwormmiddelen maken namelijk dat de poep van schapen zo dood als een pier is en niet meer aantrekkelijk voor insecten’, zegt Duives-Cahuzak. ‘En daarmee ook niet voor vogels en de kuikens van weide- en akkervogels, die van deze insecten moeten leven. De overlevingskans van de jongen van kievieten stijgt bijvoorbeeld enorm als er in de eerste weken van hun leven voldoende insecten en larven beschikbaar zijn.’

In de folder van stichting De Ark leest u hier meer over.

Proef

Duives-Cahuzak gaat zelf een proef doen met Esparcette. Deze plant heeft een gunstig effect op de bestrijding van wormen bij schapen. ‘De poep van schapen brengt leven in de wei’, zegt Duives-Cahuzak.

Ontwormplan opstellen

Meer informatie over het opstellen van een ontwormplan vindt u op de website van de Gezondheidsdienst voor Dieren of bij uw dierenarts.