field-1246620_1920

Fosfor in melk

19 feb 2019

Krijg je sterkere botten als je fosfaatrijke melk drinkt? Melkveehouders vragen zich dat niet af. Wel weten ze dat fosfaatrijkere melk in ieder geval fosfaatarmere mest betekent. Want fosfor kan niet op twee plekken tegelijk zitten.

Als boer en bestuurder met diergezondheid in de portefeuille ben ik gemotiveerd voor projecten en onderzoeken. Zodoende dus ook de mineralencheck van de GD. Want ik wil weten of mijn koeien nog genoeg fosfor via het voer aangeboden krijgen en dan is het goed om te weten hoeveel van dat fosfor via de melk de koe verlaat. Daar scoorde onze melk in 2018 zo rond de 110 milligram fosfor per liter melk, soms een beetje boven het gemiddelde, soms eronder.

Sinds 1 januari wordt ook elke tankleverantie door Qlip op fosfor bemonsterd en daar is de score rond de 100 milligram per kilo melk. Beetje onder het gemiddelde. Oké, ik weet dat melk meer weegt dan water, maar 10 procent verschil lijkt mij erg veel. En ik was niet de enige die het opgevallen was dat de GD erg hoge cijfers liet zien ten opzichte van de norm waar sinds 2005 mee gerekend werd. 

Eigen methode

Dus maar eens aan het bellen gegaan met mijn eigen ervaring en de berichten uit de media. Op zoek naar de verschillen. Het bleek al snel dat GD een ‘eigen’ methode heeft ontwikkeld en dat Qlip het via infrarood heel goedkoop kan. Maar in de basis zou het hetzelfde moeten zijn. Reden voor GD en Qlip om elkaars onderzoek te vergelijken en de werkelijke hoeveelheid fosfor in melk boven tafel te krijgen. Dit krijgt dus een vervolg.

Reductie in fosfaat

Ondertussen blijkt uit de nieuwste CBS-cijfers dat we een gigantische reductie aan fosfaat hebben bereikt. Het voerspoor, de krimp in koeien (en de verhoging van de fosforexcretie in melk naar 1.015 gram/kilo)hebben daar voor gezorgd. Maar als een duveltje uit een doosje popt stikstof op als de beperkende factor. Hoe is dat mogelijk met zo’n enorme krimp in de veestapel? Fouten in de berekening, verkeerde aannames, gehalten in ruwvoer? Kan. Wij duiken de aankomende tijd in de cijfers van deze prognose. De definitieve cijfers komen over een aantal maanden.

Meer gemolken

De verwachting was dat door de krimp in koeien en het fosfaatvoerspoor we ook ruimschoots voldoende in stikstof zouden dalen. Maar boeren hebben geanticipeerd door binnen de mogelijkheden meer te gaan melken. Logisch ook. In 2002, de basis van de plafonds, molken we 11,5 miljoen ton melk, in 2018 13,9 miljoen. Dat lukt ook met veel minder fosfaat, maar kunnen en willen we die efficiëntie ook bereiken met stikstof (lees eiwit)? Los van het stikstofplafond is er ook een ammoniak’plafond’. Ook afhankelijk van eiwit in de voeding en actueel gezien de PAS problematiek. En daarnaast CO2. Het heeft weinig zin om, telkens als ergens ruimte lijkt te zitten, erin te duiken om vervolgens het hoofd te stoten. Dat leert ons het recente ‘fosfaat’ verleden en ook het heden. Zoals een melkveehouder vorige week terecht stelde ‘ik heb er geen behoefte aan om een tweede pulsvisser te worden.’

De melkveehouderij is gebaat bij integraliteit en een consistent beleid.

Groet,

Jos Verstraten
Lid bestuur LTO Melkveehouderij

Verstraten, Jos

Pagina delen