De rechtbank Gelderland heeft bepaald dat de provincie Limburg de vergoedingen aan fruittelers - van de door mezen toegebrachte schade aan appels en peren - niet had mogen afbouwen. Deze uitspraak geldt ook voor de provincies Gelderland, Noord- en Zuid-Holland, Zeeland en Utrecht.

De afbouwregeling houdt in dat in 2015 60 procent van de getaxeerde schade werd vergoed en in 2016 30 procent. Vanaf 1 januari 2017 zouden er geen vergoedingen meer worden verstrekt. De rechtbank heeft het artikel in de beleidsregels dat hierover gaat, onverbindend verklaard. Dat betekent dat dit artikel niet meer mag worden toegepast.

De afbouw van de vergoedingen is geregeld in beleidsregels van het Faunafonds. Met de komst van de nieuwe Natuurwet bestaat het Faunafonds sinds 1 januari 2017 niet meer. Het college van gedeputeerde staten van de provincie Limburg is nu aan zet en heeft voor een overgangsperiode beleidsneutrale beleidsregels opgesteld. In deze beleidsregels heeft de LLTB eerder al voorkomen dat de vergoeding volledig naar 0% werd afgebouwd en hield de provincie vast aan de regels van 2016.

Door de uitspraak van de rechtbank moet de provincie Limburg opnieuw gaan kijken naar de hoogte van de verleende vergoedingen. De rechtbank heeft niet zelf bepaald welke vergoedingen de fruittelers moeten krijgen, omdat dit binnen de beoordelingsvrijheid van de bestuursorganen valt.