Met het opzetten van een Agripool Netwerk wil LTO Nederland het werk van Agriterra bij haar leden onder de aandacht te brengen. De adviesorganisatie zet zich in voor het professionaliseren van boeren en tuinders in ontwikkelingslanden.
LTO deelt informatie over Agriterra via nieuwsbrieven, sociale media en websites. De LLTB neemt de organisatie van de aftrap van het vernieuwde netwerk voor haar rekening. De eerste bijeenkomst vindt dinsdag 18 april plaats in het Ondernemersplein in Roermond.
‘Het is belangrijk om mensen met elkaar in contact brengen, zodat ze ervaringen kunnen uitwisselen en iedereen elkaar beter leert kennen’, vertelt Nicole Alberts, coördinator van het Agripool Netwerk.
‘Overigens gaat het netwerk verder dan de drie landbouworganisaties. Voor de deelnemers kan het ook een stukje persoonlijke ontwikkeling zijn. We komen twee keer per jaar bij elkaar en behandelen telkens een inhoudelijk thema.’
Jongeren
Ook brengt het netwerk vacatures bij leden onder de aandacht en informeert hen over de laatste ontwikkelingen. ‘Omdat we jongeren willen enthousiasmeren, wordt het NAJK ook actief betrokken’, benadrukt Alberts.
LTO vindt het belangrijk dat coöperaties en landbouworganisaties in landen in ontwikkeling professionaliseren. ‘Door goede dienstverlening en door kennis te delen via het boer tot boer-principe dragen we bij aan een betere toekomstperspectief. Samen met Agriterra geven we hier invulling aan. Het zijn investeringen met een enorme impact op wereldwijde gezondheid en welvaart.’
Nepal
Ilse Verhoijsen, vicevoorzitter van het LAJK, is voor de derde keer naar Nepal afgereisd, om daar namens Agriterra boeren te helpen bij het ontwikkelen van hun bedrijf. Ze gaat onder meer naar Kathmandu en het district Bara. Vlak voor haar vertrek naar Nepal vertelt ze over de redenen waarom ze nogmaals naar een ontwikkelingsland afreist.
‘Het geeft energie mensen vooruit te helpen met je eigen kennis en ervaring. Daarnaast leer je een land op een heel andere manier kennen dan wanneer je er als toerist naartoe gaat.’
Missiewerk
In bijna alle landen is de landbouw een ontzettend belangrijke basis van de economie, geeft Verhoijsen aan. ‘In Nepal wordt veel geproduceerd voor eigen consumptie. Producten die over zijn worden vervolgens verkocht.’
Het missiewerk betekent in de praktijk delen van kennis en ervaringen, maar ook het trainen van lokale boeren en bestuurders. ‘Bij de komende missie ga ik samen met drie medewerkers van Agriterra onderzoeken of we een jongerenevent kunnen opzetten. Zo willen we meer jongeren interesseren voor de landbouw en het bestuurswerk. De jeugd heeft de toekomst.’
Het werk in een ontwikkelingsland is voor Verhoijsen belangrijk. ‘Ik vind vooral de manier waarop Agriterra momenteel missies uitvoert in minder ontwikkelde landen ontzettend goed. Ze komen met kennis en ervaringen en spreken op hetzelfde niveau met de boeren. Door kleine aanpassingen, tips, het delen van kennis en ervaringen kunnen de boeren stappen vooruit zetten.’
Zelfreflectie
De boeren leren daar iets van, maar dat geldt ook omgekeerd. ‘Ik mag voor Agriterra voor de derde keer op missie gaan. Tot nu toe is er geen betere zelfreflectie voor mij geweest. Persoonlijk heb ik er dus veel van geleerd. Daarnaast leer je waarderen wat je in Nederland hebt.’
Ook andere agrarische ondernemers zouden voor Agriterra kunnen gaan werken. ‘Ik vind het ontzettend mooi een bijdrage te kunnen leveren aan de ontwikkelingen van boeren en coöperaties in minder ontwikkelde landen. Deze bijdrage is in de vorm van je eigen kennis en ervaringen. Het geeft superveel energie boeren een stapje vooruit te helpen.’