LTO Nederland en COV benadrukken dat het uit productie halen van melkkoeien, als gevolg van de fosfaatreductieregeling en de stoppersregeling alleen kan slagen als alle betrokken melkveehouders, runderslachterijen en de betrokken overheidsdiensten optimaal samenwerken en met elkaar afstemmen. Een gelijkmatige afvoer van de dieren en tijdige vooraanmeldingen vanuit de melkveehouders zijn daarvoor een vereiste.

Kees Romijn, voorzitter van de vakgroep Melkveehouderij van LTO Nederland: ‘Melkveehouders moeten voorkomen dat ze straks hun koeien niet kwijt kunnen en daarvoor een heffing opgelegd krijgen. Als je op tijd begint en afspraken maakt met de bedrijven voor het afvoeren van de koeien, kunnen we samen piekperiodes voorkomen en zorgen voor een spreiding van de afvoer.’

Jos Goebbels, voorzitter van COV, Centrale Organisatie voor de Vleessector stelt, dat de slachterijen technisch gezien genoeg capaciteit hebben, maar dat een gelijkmatige aanvoer een absolute voorwaarde is om ook daadwerkelijk efficient en zorgvuldig te kunnen verwerken. 'Daarnaast moeten er voor de extra aanvoer meer en ter zake deskundig personeel ingezet worden. En moeten de keuringsdiensten opgeschaald en flexibel ingeroosterd kunnen worden. Daarvoor moet het precies passen en kunnen wij het niet gebruiken als rustige en piekperiodes elkaar gaan afwisselen', stelt Goebbels.